A rose is a rose
Does the rose have to do something?
No the purpose of a rose is to be a rose,
Your purpose is to be yourself,
You don’t have to run anywhere to become someone else,
You are wonderful just the way you are!
Thich Nhat Hanh
Een roos is een roos.
Moet de roos iets doen?
Nee, een roos hoeft alleen maar een roos te zijn.
Jij hoeft alleen maar jezelf te zijn.
Je hoeft niet je best te doen om iemand anders te worden.
Je bent prachtig, precies zoals je bent.
Thich Nhat Hanh
vertaling: Eveline Beumkes
Noem me alsjeblieft bij mijn ware namen
door Thich Nhat Hanh
Onderstaand volgt een hoofdstuk uit het boek 'Iedere stap is vrede', waarin Thich Nhat Hanh het gedicht 'Noem me alsjeblieft bij mijn ware namen' toelicht. Daaronder volgen de Engelse versie en de Nederlandse vertaling van dit gedicht.
In Plum Village (Frankrijk), waar ik woon, ontvangen we elke week honderden brieven uit de vluchtelingenkampen in Singapore, Maleisië, Indonesië, Thailand en de Filippijnen. Het is schrijnend om die brieven te lezen, maar we moeten het doen, we moeten in contact blijven met wat daar gebeurt. We doen ons best om te helpen, maar het leed is zo groot dat we soms ontmoedigd raken. Men zegt dat de helft van de bootvluchtelingen op zee omkomt. Slecht de helft bereikt de kusten van Zuidoost-Azië, en zelfs dan zijn ze vaak nog niet veilig. Veel jonge meisjes – bootvluchtelingen – worden door piraten verkracht. Het leed dat de bootvluchtelingen van de zeepiraten ondervinden blijft maar doorgaan, ondanks pogingen van de Verenigde Naties om de Thaise regering te helpen een eind te maken aan deze zeeroverij. Op een dag ontvingen we een brief waarin stond dat een meisje van twaalf – een bootvluchteling – dat door een Thaise piraat verkracht was, overboord was gesprongen om zich te verdrinken.
Als je zoiets hoort, word je in eerste instantie woedend op die piraat. Natuurlijk kies je de kant van het meisje. Maar als je wat dieper kijkt, ga je het anders zien. Wanneer je de kant van het meisje kiest is de zaak eenvoudig. Je hoeft alleen maar een geweer te pakken en de piraat dood te schieten. Maar zo simpel is het niet. In mijn meditatie zag ik dat ik waarschijnlijk ook een zeerover zou zijn geworden als ik in het dorp van de piraat was geboren en onder dezelfde omstandigheden was opgegroeid. Ik zag ook dat er voortdurend baby’s langs de kust van de Golf van Siam worden geboren, honderden per dag, en dat als wij als pedagogen, maatschappelijk werkers, politici en anderen niets aan de huidige situatie veranderen, een aantal van hen over vijfentwintig jaar piraat zal zijn. Dat lijdt geen twijfel. Als jij of ik vandaag in één van die vissersdorpjes geboren zou worden, is de kans groot dat wij over vijfentwintig jaar piraat zijn. Als je een geweer pakt en de piraat doodschiet, schiet je ons allemaal dood, want we zijn allemaal tot op zekere hoogte verantwoordelijk voor deze toestanden.
Na een lange meditatie schreef ik het volgende gedicht. Er komen drie mensen in voor: het twaalfjarige meisje, de piraat en ik. Kunnen we elkaar aankijken en onszelf in elkaar herkennen? De titel van het gedicht luidt: ‘Noem me alsjeblieft bij mijn ware namen’, want ik heb zoveel namen. Wanneer ik een van deze namen hoor moet ik ‘Ja’ zeggen.
Na een lange meditatie schreef ik het volgende gedicht. Er komen drie mensen in voor: het twaalfjarige meisje, de piraat en ik. Kunnen we elkaar aankijken en onszelf in elkaar herkennen? De titel van het gedicht luidt: ‘Noem me alsjeblieft bij mijn ware namen’, want ik heb zoveel namen. Wanneer ik een van deze namen hoor moet ik ‘Ja’ zeggen.
Noem me alsjeblieft bij mijn ware namen
door Thich Nhat Hanh
Zeg niet dat ik morgen zal vertrekken,
want zelfs vandaag kom ik voortdurend aan.
Kijk goed: ik arriveer elke seconde
als een knop aan een lentetak,
als een jong vogeltje met tere vleugels,
dat leert zingen in zijn nieuwe nest,
als een rups in het hart van een bloem,
als een juweel verborgen in een steen.
Ik blijf komen om te lachen en te huilen,
te vrezen en te hopen.
Het kloppen van mijn hart is de geboorte en de
dood van al wat leeft.
Ik ben het eendagsvliegje dat zich aan het oppervlak van de rivier ontpopt
en ik ben de vogel die, als de lente komt, precies op tijd is
om het vliegje op te eten.
Ik ben de kikker die vrolijk rondzwemt in het heldere water van
de vijver en ik ben de ringslang die onhoorbaar nadert en zich
met de kikker voedt.
Ik ben het kind in Oeganda, vel over been,
mijn benen zo dun als bamboestokjes
en ik ben de wapenhandelaar
die moordwapens aan Oeganda verkoopt.
Ik ben het twaalfjarige meisje,
vluchteling op een klein bootje,
dat zich in zee werpt,
nadat ze verkracht is door een zeepiraat.
En ik ben de zeepiraat, mijn hart nog niet in staat tot
begrijpen en liefhebben.
Ik ben een lid van het Politbureau,
met onbeperkte macht in mijn handen.
En ik ben de man die,
langzaam stervend in een heropvoedingskamp,
zijn ‘bloedschuld’ aan zijn volk moet betalen.
Mijn vreugde is als de lente, zo warm
dat zij bloemen doet bloeien langs alle paden van het leven.
Mijn pijn is als een rivier van tranen, zo vol
dat zij de vier oceanen vult.
Alsjeblieft, noem me bij mijn ware namen
zodat ik al mijn huilen en lachten tegelijk kan horen,
zodat ik kan zien dat mijn vreugde en pijn één zijn.
Alsjeblieft, noem me bij mijn ware namen,
zodat ik kan ontwaken
en de deur van mijn hart open kan blijven,
de deur van mededogen.
Please Call Me by My True Names
by Thich Nhat Hanh
Don’t say that I will depart tomorrow —
even today I am still arriving.
Look deeply: every second I am arriving
to be a bud on a Spring branch,
to be a tiny bird, with still-fragile wings,
learning to sing in my new nest,
to be a caterpillar in the heart of a flower,
to be a jewel hiding itself in a stone.
I still arrive, in order to laugh and to cry,
to fear and to hope.
The rhythm of my heart is the birth and death
of all that is alive.
I am the mayfly metamorphosing on the surface of the river.
And I am the bird
that swoops down to swallow the mayfly.
I am the frog swimming happily in the clear water of a pond.
And I am the grass-snake
that silently feeds itself on the frog.
I am the child in Uganda, all skin and bones,
my legs as thin as bamboo sticks.
And I am the arms merchant,
selling deadly weapons to Uganda.
I am the twelve-year-old girl,
refugee on a small boat,
who throws herself into the ocean
after being raped by a sea pirate.
And I am the pirate,
my heart not yet capable of seeing and loving.
I am a member of the politburo,
with plenty of power in my hands.
And I am the man who has to pay
his “debt of blood” to my people
dying slowly in a forced-labor camp.
My joy is like Spring, so warm
it makes flowers bloom all over the Earth.
My pain is like a river of tears,
so vast it fills the four oceans.
Please call me by my true names,
so I can hear all my cries and my laughter at once,
so I can see that my joy and pain are one.
Please call me by my true names,
so I can wake up,
and so the door of my heart
can be left open, the door of compassion.